Ga naar de hoofdinhoud Ga naar de zoekopdracht Ga naar de hoofdnavigatie

De Rode bremraap is net als andere Orobanche soorten een volledig parasitaire plant. De plant heeft zelf geen chlorofyl (bladgroen), waardoor hij niet zoals andere planten zijn eigen voeding kan maken. Alle stoffen die de plant nodig heeft om te groeien haalt hij dus uit zijn gastheer. In het geval van de Rode bremraap is de gastheer in Nederland eigenlijk altijd de Sikkelklaver, die net als de parasiet vooral voorkomt in het rivierengebied. Nederland is het noordelijkste deel van het verspreidingsgebied, elders in Europa groeit de soort ook nog wel eens op andere vlinderbloemigen. Deze soort wordt nog wel eens verwisseld met de Walstrobremraap, maar is toch makkelijk te herkennen aan de gastheerkeuze, afwezigheid van geur en de knalgele stempels.

Specificaties

Bestuiving/nectar: (zweef)vliegen, Hommels, bijen
Bloeimaanden: mei, juni
Bloeitijd beginmaand: mei
Bloeitijd eindmaand: juni
Bloemkleur: Bruin, Roze
Eigenschappen: Bijzondere soorten
Grondsoort: kalkhoudende grond, zand, zandige klei
Grondvoorkeur: Algemene gemiddelde grond, Kalkrijke grond, Lichte grond
Hoogte tot: 60
Hoogte van: 10
Inheems/uitheems: Inheems in Nederland
Levensduur: Vaste plant
Licht: zonnige plek
Parasitair: Parasitaire plant
Vocht: droog, vochtig
Voedselrijkdom: arme grond, zeer arme grond

Specifieke instructies zaaien en verzorging

Algemene verzorginstructies

De Rode bremraap is net als andere Orobanche soorten een volledig parasitaire plant. De plant heeft zelf geen chlorofyl (bladgroen), waardoor hij niet zoals andere planten zijn eigen voeding kan maken. Alle stoffen die de plant nodig heeft om te groeien haalt hij dus uit zijn gastheer. In het geval van de Rode bremraap is de gastheer in Nederland eigenlijk altijd de Sikkelklaver, die net als de parasiet vooral voorkomt in het rivierengebied. Nederland is het noordelijkste deel van het verspreidingsgebied, elders in Europa groeit de soort ook nog wel eens op andere vlinderbloemigen. Deze soort wordt nog wel eens verwisseld met de Walstrobremraap, maar is toch makkelijk te herkennen aan de gastheerkeuze, afwezigheid van geur en de knalgele stempels.

Specificaties

Bestuiving/nectar: (zweef)vliegen, Hommels, bijen
Bloeimaanden: mei, juni
Bloeitijd beginmaand: mei
Bloeitijd eindmaand: juni
Bloemkleur: Bruin, Roze
Eigenschappen: Bijzondere soorten
Grondsoort: kalkhoudende grond, zand, zandige klei
Grondvoorkeur: Algemene gemiddelde grond, Kalkrijke grond, Lichte grond
Hoogte tot: 60
Hoogte van: 10
Inheems/uitheems: Inheems in Nederland
Levensduur: Vaste plant
Licht: zonnige plek
Parasitair: Parasitaire plant
Vocht: droog, vochtig
Voedselrijkdom: arme grond, zeer arme grond

Specifieke instructies zaaien en verzorging

Algemene verzorginstructies