


Zaden Bestellen & Betalen
Bestellingen worden doorgaans per post of pakketdienst verzonden. Doorgaans doen wij dit per TNT. Dit is erg makkelijk. Als u namelijk niet thuis bent als het pakketje bezorgd wordt kunt u het afhalen bij een lokaal postkantoor.
Wij verzenden de zaden meerdere malen per week. Indien de producten voorradig zijn, ga dan uit van een levertijd van 4-6 werkdagen, maar in de praktijk gaat de levering vaak sneller.
Bestellingen worden doorgaans per post of pakketdienst verzonden.
Bij leveringen binnen Nederland worden bij bestelling onder € 50,00 (incl. BTW) verzend- en administratiekosten van € 5,00 (incl. BTW) berekend.
Bij leveringen naar België worden bij bestelling onder € 75,00 (incl. BTW) verzend- en administratiekosten van € 10,00 (incl. BTW) berekend.
Verzending naar andere landen op aanvraag.
De verzending vindt plaats, tenzij anders overeengekomen, op de wijze die ons als beste bekend is.
Verzending voor rekening en risico van de afnemer, tenzij anders overeengekomen.
Particuliere klant kunnen bestellen en betalen via de webshop. U kunt kiezen voor IDEAL-betalen, creditcard, of doormiddel van vooruitbetalen.
Gemeentes of (groen)bedrijven kunnen hun bestelling ook doorgeven per email of telefoon. Voor de betaling ontvangt u als gemeente of (groen)bedrijf een factuur van ons.
Als particulier kunt de zaden via onze webshop bestellen. U maakt eenvoudig een keuze door de gewenste soorten en aantallen in te voeren. Vervolgens kunt u inloggen door uw gegevens in te voeren. Voor betalen kunt u als particuliere klant kiezen voor IDEAL-betalen, of doormiddel van vooruitbetalen.
Bent u een gemeente of (groen)bedrijf, dan kunt u grote bestellingen ook doorgeven per email of telefoon. Voor de betaling ontvangt u als gemeente of (groen)bedrijf een factuur van ons.
Download hier onze Algemene voorwaarden
Wij verzenden de zaden meerdere malen per week. Indien de producten voorradig zijn, ga dan uit van een levertijd van 4-6 werkdagen, maar in de praktijk gaat de levering vaak sneller.
Zaaien
Instructies voor het inzaaien van een bloemenweide. Klik hier...
Instructies over het zaaien en opkweken van planten. Klik hier...
Aanleg van een bloemenweide
Aan de hand van ons 10-stappenplan helepn wij u graag een bloeiende bloemenweide te creëeren.
Aan de hand van onze MENGSELWIJZER helpen wij u graag bij het uitzoeken van het jusite mengsel.
KLIK HIER VOOR DE MENGSELWIJZER.
Veel informatie vindt u op onze website en in de webshop.
Heeft u toch nog vragen? Neem dan contact met ons op.
Helaas! Het lukraak uitstrooien van een zadenmengsel over een bestaande vegetatie heeft weinig zin. U moet de bodem eerst goed voorbereiden door de bestaande vegetatie en zode weg te halen. Het doorfrezen van de zode werkt averechts. Lees verder...
Hoeveel zadenmengsel u nodig heeft hangt deels af van het gekozen zadenmengsel en van uw omstandigheden.
Maar als algemeent uitgangspunt kunnen we aannemen:
Op droge grond met een moeizaam kiemklimaat is een zaai dichtheid van 2 gr/m2 vaak wenselijk voor een behoorlijk bloemrijk resultaat.
Op vochthoudende en meer voedselrijke grond volstaat vaak 1 tot 1,5 gr/m2 voor een bloemrijk resultaat.
Nee, het is beter om geen graszaden mee te zaaien met het bloemenmengsel.
Op een paar uitzonderingen na, bevatten basis bloemenweidemengsels uitsluitend bloemzaden. Bewust laten wij de graszaden achterwege. De regulier verkrijgbare graszadenmengsels bevatten voornamelijk zodevormende, grove en sterk groeiende grassoorten die sterk concurreren met bloemen. Wij adviseren u dan ook met klem om in normale situaties géén graszaden mee te zaaien. Grassen groeien meestal sneller dan bloemen. Graszaden zitten er doorgaans genoeg in de grond of in de omgeving. Door uitsluitend bloemzaden te zaaien, krijgen bloemen de benodigde voorsprong om zich te vestigen om zo met grassen te kunnen concurreren.
In enkele uitzonderlijke situaties kan het toch van belang zijn graszaden mee te zaaien. Wij bieden een aantal grasmengsels met polvormende grassoorten aan die voor dit doel het meest geschikt zijn.
Over het algemeen zal dit niet een heel groot probleem zijn. De meeste wildebloemenzaden zijn relatief klein en zullen niet zo aantrekkelijk zijn als grote graankorrels of moestuin-zaden. En af en toe een ‘gepikt’ zaadje is ook niet zo erg; in de natuur gebeurt dat ook en veelal blijft er nog genoeg over voor een mooie bloemenweide. Als u toch vreest dat vogels de zaden misschien op zullen eten, kunt u direct na het zaaien de zaden opervlakkig inharken. Dan liggen de zaden niet direct aan de oppervlakte, maar liggen ze nog oppervlakkig genoeg om te kunnen kiemen. Niet te dik afdekken (niet dieper dan de dikte van het zaad), anders kunnen de zaden niet goed meer kiemen.
Beheer van een bloemenweide
Als het bloemrijk grasland naar verloop van jaren teveel vergrast, dan wijst dit meestal op een te voedselrijke bodem en/of een te extensief maaibeheer. De grassen groeien dan harder en verdringen de bloemplanten.Dit kunt u vooral verhelpen door (plaatselijk) extra te maaien en het maaisel steeds goed af te harken en af te voeren. Door speciaal te maaien wanneer de vegetatie het meest vitaal is, worden de meeste voedingsstoffen afgevoerd. Plekken waar grassen zeer dominant worden, kunt u de eerste keer al in eind mei, begin juni maaien, als de grassen veel energie investeren in groei.
In sommige, niet al te voedselrijke situaties kunt u Ratelaar (Rhinanthus) zaaien. Deze éénjarige bloemplanten zijn halfparasieten op gras. Ze kunnen de grassen in de vegetatie enigszins onderdrukken. Hierdoor krijgen bloemen in een grasland meer kans om zich te ontwikkelen. Ratelaar maakt onderdeel uit van verschillende Cruydt- Hoeck mengsels, maar kan ook los bijgezaaid worden. Ratelaar kunt u het beste zaaien tussen juli en de late herfst. Voor het zaaien dienen de aanwezige grassen kort te worden gemaaid zodat de zaden van Ratelaar bij de bodem kunnen komen. Als de grasmat te dicht is, kan de grond eventueel een beetje worden opgeruigd. Op plaatsen waar de Ratelaar groeit en bloeit mag u pas na de zaadval maaien, ongeveer na eind juli.
De groei van veel Riet (Phragmites australis) in uw bloemrijk grasland is lastig te verhelpen. Het Riet zat er blijkbaar al, of de plek is erg geschikt voor ontwikkeling van Riet. Tegen Riet kunt u verschralingsbeheer toepassen. Riet houdt namelijk van veel voedingstoffen. Daarnaast kunt u Riet enigszins onder de duim houden door het in augustus te maaien als het net in bloei staat.
Als de bloemenweide verruigt met bijvoorbeeld Ridderzuring en Brandnetels, dan is het meestal van belang het beheer aan te scherpen. Door vooral de verruigde delen iets vaker te maaien en steeds het maaisel goed af te harken en af te voeren kunt u de verruiging tegengaan. Als Ridderzuring zich uit kan zaaien in augustus heeft u binnen enige jaren honderden tot duizenden planten in de bloemenweide. Maai deze plekken daarom steeds voordat de planten uitzaaien. Daarnaast is het aan te bevelen in het beheer jaarlijks enige tijd te plannen voor het uitsteken van Ridderzuring en andere storende plantensoorten.
Een BLOEMRIJK GRASLAND moet jaarlijks 1-3 keer gemaaid worden. Altijd het maaisel afvoeren. Lees meer...
Een AKKERBLOEMENVEGETATIE hoeft niet gemaaid worden, maar de grond moet wel jaarlijks bewerkt worden. Lees meer...
Een RUDERLE STORINGSVEGETATIE maait u in februari/maart. Altijd het maaisel afvoeren. Plaatselijk de bodem iets lostrekken. Lees meer...
Maaitijden van een BLOEMRIJK GRASLAND
Maai schraal bloemrijk grasland één keer: in september.
Maai matig schraal tot matig voedselrijk bloemrijk grasland twee keer: eind juli en nogmaals in september-begin oktober.
Maai voedselrijk bloemrijk grasland twee keer: in mei-begin juni en augustus-september.
Maai zeer voedselrijk bloemrijk grasland drie keer: in mei-begin juni, in augustus-september en nogmaals in oktober-begin november of in april.
LEES MEER over maaibeheer
Over de bloemenweide
Er zijn vier goede redenen voor wilde bloemen. Ten eerste draagt u bij aan een goede leefomgeving voor allerlei bestuivende insecten en andere dieren. Daarnaast maakt u met wilde bloemen in openbaar groen of tuin uw leefomgeving mooier en beter. Wilde bloemenweides zijn bovendien vaak gemakkelijker en voordeliger dan gangbaar groenbeheer. Maar misschien nog wel het belangrijkste: met wilde bloemen inspireer je volgende generaties om met grote zorg om te gaan met onze dierbare planeet. Spelenderwijs komen uw kinderen en kleinkinderen in aanraking met natuur en gaan er van houden. En waar je van houdt...!
Wat is een bloemenweide
Een bloemweide is een veld bestaand uit verschillende soorten bloemen en grassen. Bij bloemenweides van inheemse wilde planten onderscheiden we verschillende types, ieder met haar eigen ontwikkeling en beheer. Een bloemenweide is géén natuur, maar cultuur waarbinnen ruimte is voor natuurlijke processen. Om een bloemenweide in stand te houden, moet deze dus beheerd worden door mensen. We onderscheiden verschillende soorten bloemenweides:
Akkerbloemen
Akkerbloemen zijn meestal éénjarige planten die zich door de eeuwen heen hebben gespecialiseerd in het gedijen op akkers. Deze pionierssoorten kunnen uitstekend samengroeien met landbouwgewassen zoals granen. Akkerbloemen hebben dan ook een jaarlijkse cyclus van grondbewerking nodig zoals op een akker gebruikelijk is. Als deze cyclus doorbroken wordt, zullen de soorten verdwijnen. Veel van deze planten zijn sinds honderden, zo niet duizenden jaren meegevoerd met granen en andere gewassen vanuit Oost- en Zuid Europa en zijn strikt genomen niet inheems. Toch worden ze door hun eeuwenlange aanwezigheid wel tot de Nederlandse inheemse flora gerekend. Door schaalvergroting, overbemesting en herbiciden zijn de akkerbloemen vrijwel verdwenen uit onze landbouw.
Ruderale bloemenweides
Ruderale vegetaties ontstaan vaak op plaatsen waar de grond regelmatig, maar niet per se jaarlijks verstoord wordt en kun je daarom ook ‘storingsvegetatie’ noemen. Ruderale soorten gedijen vaak goed in bewoond gebied, zoals boerenerven, verlaten moestuinen, rondom composthopen en braakliggende terreinen. Deze begroeiingen bestaan uit éénjarige akkerbloemen, tweejarigen en (vaak kortlevende) meerjarige soorten. De soorten in ruderale mengsels zijn rijkbloeiend en geven meteen vanaf het eerste jaar na inzaaien een kleurrijk resultaat. Een niet te schrale, normale bodem is gewenst.
Bloemrijk grasland
Een bloemrijk grasland bevat naast grassen ook veel meerjarige bloemen. In een bloemrijk grasland wordt de bodem niet of nauwelijks verstoord en wordt jaarlijks één tot twee keer gemaaid. De bodem moet relatief schraal zijn of jaarrond zeer vochtig. Door het maaisel steeds af te voeren, kunt u de bodem verschralen. Bloemrijke graslanden kwamen zo’n vijftig tot honderd jaar geleden nog op grote schaal voor in Nederland. Door een eeuwenlange constante cyclus van maaien en hooien (en dus afvoeren) door boeren zijn deze bloemrijke hooilanden ontstaan. Mede door schaalvergroting en overbemesting in de landbouw zijn veel van deze bloemrijke graslanden verdwenen. Op een voedselrijke bodem groeien grassen sneller en bieden daardoor meer concurrentie aan de bloemplanten. Naast het verlies van een grote variatie aan bloemsoorten is ook de bijbehorende fauna verdwenen. Voor veel insecten, bijen en vlinders zijn veel inheemse bloemen van essentieel belang voor hun voortbestaan. Door het opnieuw creëren van bloemrijke graslanden dragen we bij aan het herstel van de biodiversiteit. De herintroductie op natuurlijke wijze, dus door wind, water, vogels en andere dieren, is een zeer langzaam proces. Dit kan soms enkele honderden tot duizenden jaren in beslag nemen. Door in te zaaien met wilde bloemenzaden wordt de natuur een handje geholpen en wordt dit proces aanzienlijk versneld.
Onderbegroeiing
Een kruidachtige onderbegroeiing is een essentieel onderdeel van een houtige begroeiing. Onder bomen en struiken is de concurrentie met grassen vaak veel minder, doordat er weinig zonlicht beschikbaar is. Hierdoor hebben bepaalde bloemen een betere kans. In een structuur van bomen, struiken en kruiden kunnen veel dieren voedsel en schuilmogelijkheden vinden.
Dakvegetatie
De laatste jaren neemt de belangstelling voor dakbegroeiingen sterk toe. Meestal bestaat deze uit een mengsel van sedumsoorten op een zeer dunne substraatlaag van vijf tot zes centimeter. Helaas kan sedum maar beperkt bijdragen aan de biodiversiteit. Als uw dak een dikkere substraatlaag toelaat, dan zijn er veel meer mogelijkheden. Op een substraatlaag vanaf tien of liever meer centimeter dik met een goed waterbufferend vermogen zijn mooie bloemrijke kruidenvegetaties te maken.
Door het inzaaien van wilde bloemenzaden dragen we sterk bij aan de biodiversiteit. Wilde bloemen en een natuurlijke omgeving geven voedsel en een goede leefomgeving aan bijen, vlinders, allerhande dieren en natuurlijk mensen.
Hoe meer verschillende planten, hoe meer verschillende dieren kunnen overleven. Bestuivende insecten hebben niet alleen algemene bloemen nodig, deze zorgen alleen voor voedsel zoals stuifmeel en nectar. Veel bijzonder bestuivers hebben juist ook bijzondere soorten planten nodig als waardplant.
Waardplant
Een waardplant of gastheerplant is een plant waarop organismen zoals vlinders en andere insecten bestanddelen vinden die nodig zijn voor hun voedsel en/of voortplanting. Sommige vlinders en andere insecten zijn ’specialisten’ en daardoor erg kieskeurig. Verdwijnt de plant uit een gebied, dan verdwijnt ook de vlinder. Onze algemene vlinders, de ’generalisten’, zoals de Atalanta of Dagpauwoog zijn minder kieskeurig en overleven daardoor iets beter, al hebben ook zij het zwaar bij gebrek aan voldoende bloemen.
Advies
Wij helpen u graag om een succesvolle bloemenweide te realiseren. Op onze website vindt u heel veel informatie en inspiratie.
Heeft u specifieke vragen, neemt u dan gerust contact met ons op. Vaak kunnen wij u al prima helpen per telefoon of email.
In sommige gevallen kunnen wij bij ons langskomen. Vraagt u naar de voorwaarden.
Naar CONTACT
Voor grotere en meer complexe projecten denken wij graag op locatie met u mee, waarvoor wij u doorgaans een vergoeding vragen. Vraagt u naar de mogelijkheden.
U zult begrijpen dat onze tijd beperkt is. Daarom vindt u op onze website heel veel informatie en inspiratie.
Heeft u specifieke vragen, neemt u dan gerust contact met ons op. In de meeste gevallen kunnen wij u kosteloos en geheel vrijblijvend adviseren per e-mail en telefoon.
Naar CONTACT
Ja, wij geven graag cursussen en workshops. Bekijk hier het programma.
Over de zaden
Als u nog even niet toekomt aan zaaien, bewaar de zaden dan altijd droog, donker en redelijk koel (12-15 graden). Vooral een enigszins constante temperatuur en luchtvochtigheid is aan te bevelen. Een normale koelkast wordt te vochtig en is daarom ongeschikt.
Met de zaden van Cruydt-Hoeck kiest u voor kwaliteit. Samen met u willen wij succesvolle bloemenrijke vegetaties creëren met soortechte inheemse zaden. Met veel toewijding en zorg telen wij onze zaden op mens- en natuurvriendelijke wijze op onze eigen kwekerijen en op de teeltvelden van onze samenwerkingspartners. Doordat de zaden speciaal geteeld worden, wordt de natuur ontzien. Wij vragen u hetzelfde te doen. Dus niet graaien en zaaien in de natuur.
Vaak is geduld hier het devies. Wildeplantenzaden hebben wat meer tijd nodig dan bijvoorbeeld gecultiveerde graszaden of zaden voor de moestuin of bloementuin. Sommige soorten kiemen binnen een maand, andere soorten kunnen soms wel zes tot twaalf maanden wachten op de juiste omstandigheden om te kiemen.
Denkt u vooral kiemend onkruid te zien? Maakt u dan duidelijke scherpe foto’s van de ingezaaide bloemenwei en mail deze naar ons toe. Neem van bovenaf een foto van ongeveer één vierkante meter van de grond. Meestal kunnen wij u dan aangeven welke kiemplanten van het gezaaide mengsel al te zien zijn.
Soms is er op een minder gunstig moment gezaaid. Dit is op zich niet heel erg, maar het stelt uw geduld iets meer op de proef. Aan de hand van een foto van ongeveer één vierkante meter kunnen wij u aangeven welke soorten al ontkiemd zijn en wat onkruid is. Wildeplantenzaden weten zelf vaak heel goed wanneer ze het beste kunnen ontkiemen.
Ja dat kan, maar het is vooral geschikt is voor de geduldige liefhebber. De meeste soorten duren een half jaar, een jaar, tot soms twee jaar! (daslook, Allium ursinum) voor de zaden gaan kiemen. Vervolgens kan het 3-5 jaar duren voordat de eerste bloei verschijnt. De zaden dienen te worden gezaaid in de zomer of herfst en mogen niet uitdrogen. Opkweken in een zaaitray of pot is het meest effectief. Bij zaaien in de volle grond (bijvoorbeeld een vochtig bosje) dienen de zaden goed in contact te komen met de grond en kunnen we uit gaan van kieming van slechts een deel van de zaden, die toevallig gunstig liggen.
Mocht u graag velden met stinzenplanten of velden met wilde narcis willen ontwikkelen, dan kunt u of heel heel veel geduld oefenen of bollen planten in het najaar. Het ontwikkelen van een stinzenvegetatie doen we in principe altijd voor de volgende generatie. Voordat de begroeiing tot volle ontwikkeling en verwildering komt gaat er nu eenmaal heel veel tijd over heen. Het is hierbij aan ons de taak om de juiste groeiomstandigheden te creeren en alles wat er gebeurd met veel kundigheid en aandacht te beheren.
Problemen met mijn bloemenweide
Om u goed te kunnen adviseren is het erg behulpzaam als u ons een aantal goede foto’s van de situatie (omgeving én details) kunt mailen. Aan de hand van deze foto’s kunnen wij u per telefoon of e-mail dikwijls al goed adviseren.
Vaak is geduld hier het devies. Wildeplantenzaden hebben wat meer tijd nodig dan bijvoorbeeld gecultiveerde graszaden of zaden voor de moestuin of bloementuin. Sommige soorten kiemen binnen een maand, andere soorten kunnen soms wel zes tot twaalf maanden wachten op de juiste omstandigheden om te kiemen.
Denkt u vooral kiemend onkruid te zien? Maakt u dan duidelijke scherpe foto’s van de ingezaaide bloemenwei en mail deze naar ons toe. Neem van bovenaf een foto van ongeveer één vierkante meter van de grond. Meestal kunnen wij u dan aangeven welke kiemplanten van het gezaaide mengsel al te zien zijn.
Soms is er op een minder gunstig moment gezaaid. Dit is op zich niet heel erg, maar het stelt uw geduld iets meer op de proef. Aan de hand van een foto van ongeveer één vierkante meter kunnen wij u aangeven welke soorten al ontkiemd zijn en wat onkruid is. Wildeplantenzaden weten zelf vaak heel goed wanneer ze het beste kunnen ontkiemen.
Omdat u de grond meestal heeft moeten bewerken voordat u heeft gezaaid, kiemen er dikwijls ook veel snelgroeiende éénjarige onkruiden zoals Melde en Perzikkruid die al in de grond zaten. Als u een meerjarig bloemrijk graslandmengsel heeft gezaaid, dan kunt u het beste gaan maaien en het maaisel afvoeren. Doorin dit eerste jaar 3-5 keer te maaien onderdrukt u de onkruiden en hebben de ingezaaide bloemen voldoende licht om te kunnen kiemen. In het tweede jaar zullen de onkruiden grotendeels verdwenen zijn. Bij een éénjarige bloemenweide is maaien geen optie, omdat u dan ook de bloemen wegmaait. Handmatig wieden is dan soms de enige optie. Vermoedt u veel onkruidzaden in de grond dan is het toepassen van een ‘vals zaaibed’ voorafgaand aan het zaaien een goede optie.
Bij de aanleg van bijvoorbeeld viaducten bestaat de kans op erosie en uitspoeling van de vers aangebrachte grond op hellingen. Hierbij kan op niet te voedselarme grond met het bloemenmengsel Italiaans raaigras of Rogge(op zandgrond) mee worden gezaaid. Deze soorten verdwijnen na enige jaren vanzelf en intussen kunnen de bloemplanten zich ontwikkelen.Soms kan hydroseeding een oplossing bieden.
Als het bloemrijk grasland naar verloop van jaren teveel vergrast, dan wijst dit meestal op een te voedselrijke bodem en/of een te extensief maaibeheer. De grassen groeien dan harder en verdringen de bloemplanten.Dit kunt u vooral verhelpen door (plaatselijk) extra te maaien en het maaisel steeds goed af te harken en af te voeren. Door speciaal te maaien wanneer de vegetatie het meest vitaal is, worden de meeste voedingsstoffen afgevoerd. Plekken waar grassen zeer dominant worden, kunt u de eerste keer al in eind mei, begin juni maaien, als de grassen veel energie investeren in groei.
In sommige, niet al te voedselrijke situaties kunt u Ratelaar (Rhinanthus) zaaien. Deze éénjarige bloemplanten zijn halfparasieten op gras. Ze kunnen de grassen in de vegetatie enigszins onderdrukken. Hierdoor krijgen bloemen in een grasland meer kans om zich te ontwikkelen. Ratelaar maakt onderdeel uit van verschillende Cruydt- Hoeck mengsels, maar kan ook los bijgezaaid worden. Ratelaar kunt u het beste zaaien tussen juli en de late herfst. Voor het zaaien dienen de aanwezige grassen kort te worden gemaaid zodat de zaden van Ratelaar bij de bodem kunnen komen. Als de grasmat te dicht is, kan de grond eventueel een beetje worden opgeruigd. Op plaatsen waar de Ratelaar groeit en bloeit mag u pas na de zaadval maaien, ongeveer na eind juli.
De juiste keuze van het type mengsel bij het juiste beheer van belang. Een akkerbloemenmengsel met éénjarige klaprozen moet u als zodanig beheren; dus jaarlijks de grond lostrekken. Als u een maaibeheer toepast als bij een ‘bloemrijk grasland’, verdwijnen de klaprozen. In de handel zijn er vele mengsels verkrijgbaar waarin akkerbloemen zoals klaproos zijn toegevoegd aan meerjarige mengsels voor snel resultaat en extra kleur in het eerste jaar. Wij kiezen hier bewust niet voor, omdat we hiermee niet het juiste maaibeheer in het eerste jaar kunnen uitvoeren dat van belang is voor een duurzaam bloemrijk grasland. Daarnaast worden ook de verkeerde verwachtingen gewekt, omdat iedereen jaarlijks die mooie klaprozen verwacht.
Als de bloemenweide verruigt met bijvoorbeeld Ridderzuring en Brandnetels, dan is het meestal van belang het beheer aan te scherpen. Door vooral de verruigde delen iets vaker te maaien en steeds het maaisel goed af te harken en af te voeren kunt u de verruiging tegengaan. Als Ridderzuring zich uit kan zaaien in augustus heeft u binnen enige jaren honderden tot duizenden planten in de bloemenweide. Maai deze plekken daarom steeds voordat de planten uitzaaien. Daarnaast is het aan te bevelen in het beheer jaarlijks enige tijd te plannen voor het uitsteken van Ridderzuring en andere storende plantensoorten.
De groei van veel Riet (Phragmites australis) in uw bloemrijk grasland is lastig te verhelpen. Het Riet zat er blijkbaar al, of de plek is erg geschikt voor ontwikkeling van Riet. Tegen Riet kunt u verschralingsbeheer toepassen. Riet houdt namelijk van veel voedingstoffen. Daarnaast kunt u Riet enigszins onder de duim houden door het in augustus te maaien als het net in bloei staat.
Een tip die we van verschillende groenbeheerders hebben gekregen is het riet kniehoog af te maaien. Hierdoor raakt het riet aardig in de stress en weet niet hoe het verder moet groeien.
Riet wordt met mate "opgegeten" (geparasiteerd) door ratelaar (Rhinanthus). Ratelaar is dus geen oplossing tegen riet, maar het riet kan plaatselijk minder hard groeien als het ratelaar lukt om zich te vestigen.
Openingstijden & bezoekadres
U kunt ons bedrijf helaas niet bezoeken, maar op deze website proberen wij u toch het een en ander van ons bedrijf te laten zien.
Ieder jaar organiseren wij een Open Dag. Klik hier voor meer informatie.
Maar uiteraard kunt u onze website en webshop iedere dag bezoeken.
U kunt ons bedrijf helaas niet bezoeken, maar op deze website proberen wij u toch het een en ander van ons bedrijf te laten zien.
Ieder jaar organiseren wij een Open Dag. Klik hier voor meer informatie.
Maar uiteraard kunt u onze website en webshop iedere dag bezoeken.
Ieder jaar organiseren wij een Open Dag. Klik hier voor meer informatie.
Ieder jaar staan wij op een aantal beurzen en markten. Bekijk hier ons programma.