


Heracleum sphondylium subsp. sphondylium - Gewone berenklauw
Inheems in NederlandDit zijn de particuliere prijzen inclusief BTW.
Neem contact op voor grotere hoeveelheden.
Neem contact op voor de zakelijke prijslijst voor gemeenten en (groen)bedrijven.
Informatie
Gewone berenklauw (oude naam Heracleum sphondylium) is een fantastische insectenplant, bloeit redelijk lang en kan op ruige en voedselrijke plekken groeien. Daar hebben we tegenwoordig nogal veel van. Ze kan redelijk goed tegen maaibeheer. Omdat Gewone berenklauw een tweejarige plant is dient ze zich af en toe uit te zaaien.
Helaas staat deze plant in de schaduw van zijn exotische broer de Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum) niet alleen letterlijk omdat deze veel vorser is maar vooral vanwege de eigenschappen van die plant waarvan het sap blaren kan veroorzaken als je met sap op je huid in de volle zon gaat staan. De veel kleinere Gewone berenklauw kent dit probleem veel minder tenzij je overgevoelig bent voor de soort. Ook de andere soorten schermbloemen kunnen een soortgelijk effect veroorzaken, hoewel vaak minder ernstig dan bij Reuzenberenklauw, misschien ook omdat er geen of veel minder sap vrij komt als de planten aangeraakt worden.
Gebruik
De zaden zijn ook te gebruiken als keukenkruid. De smaak is enigszins vergelijkbaar met die van kardemom: bergamot, citroen en kamfer. Te gebruiken bij koken maar ook gemalen in salades.
Specificaties
Planttype: | Tweejarige plant |
Inheems/uitheems: | Inheems in Nederland |
Licht: | zonnige plek, halfschaduw |
Vocht: | vochtig |
Voedselrijkheid: | niet te arme grond, voedselrijke grond, zeer voedselrijke grond |
Natuurlijke groeiplaatsen: | Bosrand, Grasland, Oever |
Bloemkleur: | Wit |
Bestuiving/nectar: | Zweefvliegen |
Gram voor 1000 planten: | 25 |
1000-zadengewicht: | 5,5 |
Ecologische Flora: | 2:288 |
Aanwezig in Mengsels: | G2, O1, EPR-Z, EPR-K |
Specifieke zaai-instructies:
De zaden van deze koudekiemer moeten eerst vocht op kunnen nemen in een warme periode (2 tot 5 weken). Daarna doorbreekt een periode van kou (tussen +5 tot -5 °C) de kiemrust. Hoe lang zo´n periode moet zijn is per soort verschillend. Temperaturen lager dan -5 °C verlengen de periode omdat dan het proces stil staat. De natuurlijke winteromstandigheden zijn meestal het meest effectief voor het doorbreken van de kiemrustperiode.