Ga naar de hoofdinhoud Ga naar de zoekopdracht Ga naar de hoofdnavigatie

De Bosrank is een van onze allermooiste en grootste wilde klimmers. Sterk groeiend, wit bloeiend en na de bloei de typische wollige zaadpluizen. Haar stengels liggen als reuzenslangen op de grond, klimmen deels in de bomen en hangen soms met een boog van de ene boom naar de andere. Let wel, Bosrank staat als zeer giftig te boek.
 
Natuurlijke groeiplaats
Nederland vormt de noordgrens van deze plant, waarbij ze met name in Zuid-Limburg echt algemeen is en minder algemeen voorkomt langs de rivieren. Ze is een stuk zeldzamer geworden door het slopen van heggen gedurende de twintigste eeuw.
 
Toepassing
Gewoonlijk zoekt Bosrank steun bij loofbomen, waarin zij haar stengel over zware zijtakken heen hangt, of bij doornstruiken, waarover zij zich als een deken uitspreidt. Sommige bosranden kunnen zo volledig door bosrank overwoekert raken. De takken kunnen zich echter ook wel over de grond uitbreiden.
 
Ontwikkeling
De plant ontwikkelt houtige, sterk geribbelde, strobruine stengels, die polsdik en tientallen meters lang kunnen worden.
 
Ecologische waarde
Belangrijke stuifmeelplant voor (honing)bijen, met name groefbijen. Nectar produceert de plant niet. Ze is de exclusieve voedselplant van het ’s avonds vliegende Bosrankspannertje, die je in de bloeitijd van Bosrank te zien is.
 
Combineren
In de tuin zou je haar kunnen gebruiken om een saaie beukenhaag wat te verfraaien, mitst de grond vochtig en voedselrijk is. Ze beconcurreerd de haag wel om licht en ruimte dus snoei haar om het jaar flink terug. In hagen zie je haar vaak meer samen met Sleedoorn en Meidoorn, die bieden bloeien voordat de bosrank op stoom komt. Ook de kruidengroei onder bosrank is in de zomer beperkt, maar in het voorjaar zijn er kansen voor bijvoorbeeld Speenkruid, Muskuskruid, Maarts viooltje, Bosvergeet-me-nietje, en Witte en Gevlekte dovenetel.

Specificaties

Bestuiving/nectar: Hommels, Vlinders, bijen, zweefvliegen
Bloeimaanden: juni, juli, augustus
Bloeitijd beginmaand: juni
Bloeitijd eindmaand: augustus
Bloemkleur: Wit
Eigenschappen: Heemplanten
Grondsoort: kalkhoudende grond
Grondvoorkeur: Kalkrijke grond
Hoogte tot: 500
Hoogte van: 100
Inheems/uitheems: Inheems in Nederland
Levensduur: Vaste plant
Licht: halfschaduw, zonnige plek
Natuurlijke groeiplaatsen: Bosrand, Muren/stenen
Planttype: Klimplant
Vocht: vochtig
Voedselrijkdom: voedselrijke grond

Specifieke instructies zaaien en verzorging

De zaden van deze koudekiemer moeten eerst vocht op kunnen nemen in een warme periode (2 tot 5 weken). Daarna doorbreekt een periode van kou (tussen +5 tot -5°C) de kiemrust. Hoe lang zo’n periode moet zijn, is per soort verschillend. Temperaturen lager dan -5°C verlengen de periode, omdat het proces dan stil staat. De natuurlijke winteromstandigheden zijn meestal het meest effectief voor het doorbreken van de kiemrustperiode. De kieming kan soms wat langer op zich laten wachten.

Algemene verzorginstructies

De Bosrank is een van onze allermooiste en grootste wilde klimmers. Sterk groeiend, wit bloeiend en na de bloei de typische wollige zaadpluizen. Haar stengels liggen als reuzenslangen op de grond, klimmen deels in de bomen en hangen soms met een boog van de ene boom naar de andere. Let wel, Bosrank staat als zeer giftig te boek.
 
Natuurlijke groeiplaats
Nederland vormt de noordgrens van deze plant, waarbij ze met name in Zuid-Limburg echt algemeen is en minder algemeen voorkomt langs de rivieren. Ze is een stuk zeldzamer geworden door het slopen van heggen gedurende de twintigste eeuw.
 
Toepassing
Gewoonlijk zoekt Bosrank steun bij loofbomen, waarin zij haar stengel over zware zijtakken heen hangt, of bij doornstruiken, waarover zij zich als een deken uitspreidt. Sommige bosranden kunnen zo volledig door bosrank overwoekert raken. De takken kunnen zich echter ook wel over de grond uitbreiden.
 
Ontwikkeling
De plant ontwikkelt houtige, sterk geribbelde, strobruine stengels, die polsdik en tientallen meters lang kunnen worden.
 
Ecologische waarde
Belangrijke stuifmeelplant voor (honing)bijen, met name groefbijen. Nectar produceert de plant niet. Ze is de exclusieve voedselplant van het ’s avonds vliegende Bosrankspannertje, die je in de bloeitijd van Bosrank te zien is.
 
Combineren
In de tuin zou je haar kunnen gebruiken om een saaie beukenhaag wat te verfraaien, mitst de grond vochtig en voedselrijk is. Ze beconcurreerd de haag wel om licht en ruimte dus snoei haar om het jaar flink terug. In hagen zie je haar vaak meer samen met Sleedoorn en Meidoorn, die bieden bloeien voordat de bosrank op stoom komt. Ook de kruidengroei onder bosrank is in de zomer beperkt, maar in het voorjaar zijn er kansen voor bijvoorbeeld Speenkruid, Muskuskruid, Maarts viooltje, Bosvergeet-me-nietje, en Witte en Gevlekte dovenetel.

Specificaties

Bestuiving/nectar: Hommels, Vlinders, bijen, zweefvliegen
Bloeimaanden: juni, juli, augustus
Bloeitijd beginmaand: juni
Bloeitijd eindmaand: augustus
Bloemkleur: Wit
Eigenschappen: Heemplanten
Grondsoort: kalkhoudende grond
Grondvoorkeur: Kalkrijke grond
Hoogte tot: 500
Hoogte van: 100
Inheems/uitheems: Inheems in Nederland
Levensduur: Vaste plant
Licht: halfschaduw, zonnige plek
Natuurlijke groeiplaatsen: Bosrand, Muren/stenen
Planttype: Klimplant
Vocht: vochtig
Voedselrijkdom: voedselrijke grond

Specifieke instructies zaaien en verzorging

De zaden van deze koudekiemer moeten eerst vocht op kunnen nemen in een warme periode (2 tot 5 weken). Daarna doorbreekt een periode van kou (tussen +5 tot -5°C) de kiemrust. Hoe lang zo’n periode moet zijn, is per soort verschillend. Temperaturen lager dan -5°C verlengen de periode, omdat het proces dan stil staat. De natuurlijke winteromstandigheden zijn meestal het meest effectief voor het doorbreken van de kiemrustperiode. De kieming kan soms wat langer op zich laten wachten.

Algemene verzorginstructies