Echte koekoeksbloem - Silene flos-cuculi

Echte koekoeksbloem is een zeer fraaie soort van de vochtige gronden, met haar roze bijna rafelachtige bloemen. De bloemen vallen extra op omdat aan de stengels maar weinig blaadjes zitten. Als de omstandigheden goed zijn, kan Echte koekoeksbloem massaal bloeien en prachtige roze tapijten vormen.
 
Natuurlijke groeiplaats
Echte koekoeksbloem komt van nature voor op vochtige tot drassige grond die matig voedselrijk is, zoals op de nog zeldzame extensieve gras- en hooilanden, aan sloot en waterkanten en in duinvalleien. Daar komt ze voor met onder andere Gewone dotterbloem, Pinksterbloem, Grote ratelaar en Veldlathyrus. Het is een Rode Lijst-soort vanwege overbemesting en verlaging van de grondwaterstand.
 
Toepassing
Echte koekoeksbloem kan een tuin lange tijd sieren met haar langdurige en uitbundige bloei, zolang ze op een zonnige, vochtige of zelfs drassige plek op zand, klei en veen staat. In het openbaar groen is ze een mooie soort voor vochtige weides, natte bermen of oeverranden.
 
Ontwikkeling
Echte koekoeksbloem is een overblijvende, vaste plant uit de Anjerfamilie, die bloeit van mei tot en met juni, met soms nog een twee bloei in het najaar. Als de omstandigheden droger worden, verdwijnt ze onmiddellijk. Het is een kortlevende vaste plant die na een paar jaar verdwijnt en dan afhankelijk is van uitzaaiing voor het overleven.
 
Ecologische waarde
Voor verschillende vlindersoorten is de Echte koekoeksbloem een waardplant, zoals spanners, kokermotten en uilen, en de nectar van de plant is van belang voor de dagvlinder Zilveren maan in het leefgebied van deze bijzondere vlinder.
 
Combineren
Echte koekoeksbloem combineert in de tuin mooi met Grote pimpernel, Blauwe knoop en Lange ereprijs.
 
Overig
De naam wordt verschillend verklaard. Wellicht is de naam aan de plant gegeven omdat de bloei samenvalt met de roep van de koekoek. Of de naam is te danken aan het schuim dat in haar bladoksels voorkomt en als ‘koekoeksspog’ (spuug) werd beschouwd. In werkelijkheid is het de afscheiding van de larve van de Schuimcicade, of Spuugbeestje.