Kleine ratelaar - Rhinanthus minor
Kleine ratelaar is een plant die te vinden is in
graslanden, weilanden en langs bermen. De tweezijdig symmetrische bloemen zijn
opvallend door hun gele kleur. De bloemkroon is donkerder geel dan bij Grote
ratelaar, maar slechts half zo groot. Door de introductie van deze éénjarige halfparasiet
op gras kunnen de grassen in de vegetatie enigszins worden onderdrukt. Hierdoor
krijgen bloemen in een grasland meer kans om zich te ontwikkelen.
Natuurlijke groeiplaats
Kleine ratelaar staat van nature in redelijk schrale,
kalkrijkere, kort grazige vegetaties op zonnige plaatsen.
Toepassing
Kleine ratelaar wordt in tuinen en in de openbare ruimte
vooral toegepast in het kader van ecologisch beheer en
biodiversiteitsbevordering. In de openbare ruimte komt Kleine ratelaar goed tot
zijn recht in bermen en taluds die door de mens zijn aangelegd. Op heel
voedselrijke grond is Kleine raterlaar minder geschikt, liever is de grond al
wat verarmd voordat Kleine ratelaar wordt toegepast. Kleine ratelaar is vooral
te vinden op drogere en minder zure plekken.
Ontwikkeling
Na een natuurlijke, lange periode van kou kiemt ratelaar vroeg
in het jaar en leidt dan een ondergeschikt bestaan. Pas in het voorjaar
ontwikkelt zich op de penwortel een vierkantige stengel. Ze bloeit meestal in het
begin van de zomer, in mei en juni, en trekt veel bestuivers aan. In juni-juli
zijn de zaden rijp en kan ze zich uitzaaien. Omdat het een eenjarige
plant is, is ze afhankelijk van zaden om jaarlijks in het grasland te blijven.
Wordt Kleine ratelaar vóór juli afgemaaid, dan komt ze niet meer terug.
Ecologische waarde
De bloemen zijn een belangrijk bron van nectar voor bijen en
andere insecten.
Combineren
Kleine ratelaar is goed te combineren met andere planten,
zolang het niet te vol is. Zaai dus niet met een al te hoge dichtheid, en bij
doorzaaien in grasland is het belangrijk dat het niet meer helemaal vol staat
met snel- en hooggroeiend gras, want deze geven te veel lichtconcurrentie. Dan
kan er beter eerst nog een paar jaar intensief worden verschraald (vroeg en
vaak maaien en hooien) om het grasland geschikt te maken voor ratelaar en
andere kruiden. Als ratelaar te dominant wordt kan eenvoudig een deel
vroegtijdig worden weggemaaid en gehooid.
Overig
Als de zaden rijp zijn en de zaaddozen verdroogd, maken deze
een zacht ratelend geluid wanneer ze worden aangeraakt of door de wind worden
verplaatst. Vandaar de naam Ratelaar!
Specificaties
| 1000-zadengewicht: | 3 |
|---|---|
| Bestuiving/nectar: | Hommels, Vlinders, bijen, zweefvliegen |
| Bloeimaanden: | mei, juni, juli |
| Bloeitijd beginmaand: | mei |
| Bloeitijd eindmaand: | september |
| Bloemkleur: | Geel |
| Ecologische Flora: | 0,288888889, 3:236 |
| Hoogtebereik: | 10 - 50 cm |
| Hoogte tot: | 50 |
| Hoogte van: | 10 |
| Inheems/uitheems: | Inheems in Nederland |
| Levensduur: | Eenjarige plant |
| Licht: | halfschaduw, zonnige plek |
| Natuurlijke groeiplaatsen: | Grasland, Heide, Helling |
| Nederlandse naam: | Kleine ratelaar |
| Vocht: | droog, vochtig |
| Voedselrijkdom: | niet te arme grond |
| Wetenschappelijke naam: | Rhinanthus minor |
Specifieke instructies zaaien en verzorging
Algemene verzorginstructies
De zaden van deze koudekiemer hebben langdurige kou (<5 graden) nodig om de kiemrust te doorbreken. Vaak is een natuurlijke winterperiode genoeg. Waneer deze zaden tot november worden gezaaid, zullen ze in het vroege voorjaar ontkiemen wanneer de temperatuur weer omhoog gaat.
Kleine ratelaar is een plant die te vinden is in
graslanden, weilanden en langs bermen. De tweezijdig symmetrische bloemen zijn
opvallend door hun gele kleur. De bloemkroon is donkerder geel dan bij Grote
ratelaar, maar slechts half zo groot. Door de introductie van deze éénjarige halfparasiet
op gras kunnen de grassen in de vegetatie enigszins worden onderdrukt. Hierdoor
krijgen bloemen in een grasland meer kans om zich te ontwikkelen.
Natuurlijke groeiplaats
Kleine ratelaar staat van nature in redelijk schrale,
kalkrijkere, kort grazige vegetaties op zonnige plaatsen.
Toepassing
Kleine ratelaar wordt in tuinen en in de openbare ruimte
vooral toegepast in het kader van ecologisch beheer en
biodiversiteitsbevordering. In de openbare ruimte komt Kleine ratelaar goed tot
zijn recht in bermen en taluds die door de mens zijn aangelegd. Op heel
voedselrijke grond is Kleine raterlaar minder geschikt, liever is de grond al
wat verarmd voordat Kleine ratelaar wordt toegepast. Kleine ratelaar is vooral
te vinden op drogere en minder zure plekken.
Ontwikkeling
Na een natuurlijke, lange periode van kou kiemt ratelaar vroeg
in het jaar en leidt dan een ondergeschikt bestaan. Pas in het voorjaar
ontwikkelt zich op de penwortel een vierkantige stengel. Ze bloeit meestal in het
begin van de zomer, in mei en juni, en trekt veel bestuivers aan. In juni-juli
zijn de zaden rijp en kan ze zich uitzaaien. Omdat het een eenjarige
plant is, is ze afhankelijk van zaden om jaarlijks in het grasland te blijven.
Wordt Kleine ratelaar vóór juli afgemaaid, dan komt ze niet meer terug.
Ecologische waarde
De bloemen zijn een belangrijk bron van nectar voor bijen en
andere insecten.
Combineren
Kleine ratelaar is goed te combineren met andere planten,
zolang het niet te vol is. Zaai dus niet met een al te hoge dichtheid, en bij
doorzaaien in grasland is het belangrijk dat het niet meer helemaal vol staat
met snel- en hooggroeiend gras, want deze geven te veel lichtconcurrentie. Dan
kan er beter eerst nog een paar jaar intensief worden verschraald (vroeg en
vaak maaien en hooien) om het grasland geschikt te maken voor ratelaar en
andere kruiden. Als ratelaar te dominant wordt kan eenvoudig een deel
vroegtijdig worden weggemaaid en gehooid.
Overig
Als de zaden rijp zijn en de zaaddozen verdroogd, maken deze
een zacht ratelend geluid wanneer ze worden aangeraakt of door de wind worden
verplaatst. Vandaar de naam Ratelaar!
Specificaties
| 1000-zadengewicht: | 3 |
|---|---|
| Bestuiving/nectar: | Hommels, Vlinders, bijen, zweefvliegen |
| Bloeimaanden: | mei, juni, juli |
| Bloeitijd beginmaand: | mei |
| Bloeitijd eindmaand: | september |
| Bloemkleur: | Geel |
| Ecologische Flora: | 0,288888889, 3:236 |
| Hoogtebereik: | 10 - 50 cm |
| Hoogte tot: | 50 |
| Hoogte van: | 10 |
| Inheems/uitheems: | Inheems in Nederland |
| Levensduur: | Eenjarige plant |
| Licht: | halfschaduw, zonnige plek |
| Natuurlijke groeiplaatsen: | Grasland, Heide, Helling |
| Nederlandse naam: | Kleine ratelaar |
| Vocht: | droog, vochtig |
| Voedselrijkdom: | niet te arme grond |
| Wetenschappelijke naam: | Rhinanthus minor |
Specifieke instructies zaaien en verzorging
Algemene verzorginstructies
De zaden van deze koudekiemer hebben langdurige kou (<5 graden) nodig om de kiemrust te doorbreken. Vaak is een natuurlijke winterperiode genoeg. Waneer deze zaden tot november worden gezaaid, zullen ze in het vroege voorjaar ontkiemen wanneer de temperatuur weer omhoog gaat.