Ga naar de hoofdinhoud Ga naar de zoekopdracht Ga naar de hoofdnavigatie

Grote ratelaar is een algemene soort van kruidenrijk grasland, met kenmerkende gele bloemen, die zeer aantrekkelijk zijn voor hommels. Deze soort leeft als halfparasitiet op grassen. Hierdoor kan ratelaar helpen tegen vergrassing in de bloemenweide. Zodra de soort is uitgebloeid en nagerijpt kan je het plantje schudden, waardoor de zaden gaan ratelen in de zaaddozen.
 
Natuurlijke groeiplaats
Grote ratelaar komt vrij algemeen voor in vochtige, matig voedselrijke graslanden. Omdat de plant, samen met andere soorten ratelaar ook veel wordt ingezaaid, is de achteruitgang van Grote ratelaar minder duidelijk zichtbaar. Vooral in agrarische landschappen is echter sprake van een duidelijke achteruitgang van de soort.
 
Toepassing
Grote ratelaar helpt graslanden te beheren door grasdominantie te verminderen, wat de biodiversiteit bevordert. In natuurbeheer wordt Grote ratelaar ook ingezet om het aantal grassen te beperken, zodat andere, zeldzamere planten kunnen floreren. De soort is te vinden in hooilanden, bermen en op dijken. 
 
Ontwikkeling
Deze plant goed in staat zich aan te passen aan verschillende bodems en omgevingen, zolang ze vochtig zijn. Ze is een indicator van gezonde, natte ecosystemen, wat haar rol in natuurbehoud benadrukt. Grote ratelaar groeit regelmatig samen met Kleine ratelaar, hoewel de laatste meestal op minder vochtige standplaatsen wordt aangetroffen. Tijdens de bloei is Grote ratelaar te herkennen aan de (meestal) blauwpaarse bovenlip in combinatie met opvallend licht gekleurde schutbladen.
 
Ecologische waarde
Grote ratelaar biedt een rijke bron van nectar voor diverse insecten, waaronder bijen en vlinders, wat de rol van de plant in het bevorderen van insectenpopulaties versterkt. Deze interacties maken het een onmiskenbaar onderdeel van het ecologische netwerk van grasland- en moerasgebieden.
 
Combineren
Omdat de Grote ratelaar gedeeltelijk afhankelijk is van andere planten voor voedingsstoffen, is het belangrijk om soorten te kiezen die goed met elkaar kunnen samenleven, zonder dat de Grote Ratelaar andere planten te veel afremt. Denk daarbij aan Veldsalie, Wilde margriet en Grote tijm.
 
Overig
Als de zaden rijp zijn en de zaaddozen verdroogd, maken deze een zacht ratelend geluid wanneer ze worden aangeraakt of door de wind worden verplaatst. Vandaar de naam Ratelaar!

Specificaties

Bestuiving/nectar: Hommels, bijen
Bloeimaanden: mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Bloeitijd beginmaand: mei
Bloeitijd eindmaand: oktober
Bloemkleur: Geel
Hoogte tot: 80
Hoogte van: 10
Inheems/uitheems: Inheems in Nederland
Levensduur: Eenjarige plant
Licht: zonnige plek
Natuurlijke groeiplaatsen: Grasland, Helling, Moeras
Vocht: nat, vochtig
Voedselrijkdom: niet te arme grond

Specifieke instructies zaaien en verzorging

Algemene verzorginstructies

De zaden van deze koudekiemer hebben langdurige kou (<5 graden) nodig om de kiemrust te doorbreken. Vaak is een natuurlijke winterperiode genoeg. Waneer deze zaden tot november worden gezaaid, zullen ze in het vroege voorjaar ontkiemen wanneer de temperatuur weer omhoog gaat.

Grote ratelaar is een algemene soort van kruidenrijk grasland, met kenmerkende gele bloemen, die zeer aantrekkelijk zijn voor hommels. Deze soort leeft als halfparasitiet op grassen. Hierdoor kan ratelaar helpen tegen vergrassing in de bloemenweide. Zodra de soort is uitgebloeid en nagerijpt kan je het plantje schudden, waardoor de zaden gaan ratelen in de zaaddozen.
 
Natuurlijke groeiplaats
Grote ratelaar komt vrij algemeen voor in vochtige, matig voedselrijke graslanden. Omdat de plant, samen met andere soorten ratelaar ook veel wordt ingezaaid, is de achteruitgang van Grote ratelaar minder duidelijk zichtbaar. Vooral in agrarische landschappen is echter sprake van een duidelijke achteruitgang van de soort.
 
Toepassing
Grote ratelaar helpt graslanden te beheren door grasdominantie te verminderen, wat de biodiversiteit bevordert. In natuurbeheer wordt Grote ratelaar ook ingezet om het aantal grassen te beperken, zodat andere, zeldzamere planten kunnen floreren. De soort is te vinden in hooilanden, bermen en op dijken. 
 
Ontwikkeling
Deze plant goed in staat zich aan te passen aan verschillende bodems en omgevingen, zolang ze vochtig zijn. Ze is een indicator van gezonde, natte ecosystemen, wat haar rol in natuurbehoud benadrukt. Grote ratelaar groeit regelmatig samen met Kleine ratelaar, hoewel de laatste meestal op minder vochtige standplaatsen wordt aangetroffen. Tijdens de bloei is Grote ratelaar te herkennen aan de (meestal) blauwpaarse bovenlip in combinatie met opvallend licht gekleurde schutbladen.
 
Ecologische waarde
Grote ratelaar biedt een rijke bron van nectar voor diverse insecten, waaronder bijen en vlinders, wat de rol van de plant in het bevorderen van insectenpopulaties versterkt. Deze interacties maken het een onmiskenbaar onderdeel van het ecologische netwerk van grasland- en moerasgebieden.
 
Combineren
Omdat de Grote ratelaar gedeeltelijk afhankelijk is van andere planten voor voedingsstoffen, is het belangrijk om soorten te kiezen die goed met elkaar kunnen samenleven, zonder dat de Grote Ratelaar andere planten te veel afremt. Denk daarbij aan Veldsalie, Wilde margriet en Grote tijm.
 
Overig
Als de zaden rijp zijn en de zaaddozen verdroogd, maken deze een zacht ratelend geluid wanneer ze worden aangeraakt of door de wind worden verplaatst. Vandaar de naam Ratelaar!

Specificaties

Bestuiving/nectar: Hommels, bijen
Bloeimaanden: mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Bloeitijd beginmaand: mei
Bloeitijd eindmaand: oktober
Bloemkleur: Geel
Hoogte tot: 80
Hoogte van: 10
Inheems/uitheems: Inheems in Nederland
Levensduur: Eenjarige plant
Licht: zonnige plek
Natuurlijke groeiplaatsen: Grasland, Helling, Moeras
Vocht: nat, vochtig
Voedselrijkdom: niet te arme grond

Specifieke instructies zaaien en verzorging

Algemene verzorginstructies

De zaden van deze koudekiemer hebben langdurige kou (<5 graden) nodig om de kiemrust te doorbreken. Vaak is een natuurlijke winterperiode genoeg. Waneer deze zaden tot november worden gezaaid, zullen ze in het vroege voorjaar ontkiemen wanneer de temperatuur weer omhoog gaat.