Hollands en Utrechts laagveengebied - Streektuinmengsel

Hollands en Utrechts laagveengebied - Streektuinmengsel

Option image
Zakje 10 gram
€ 10,71 incl.BTW
Op voorraad
incl.BTW
Hollands en Utrechts Laagveengebied

Een grote streek die alle veengronden van West-Nederland beslaat. Grote kernen zijn de Zaanstreek in Noord-Holland, het Groene Hart tussen Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht en het Utrechtse Eemland. De streek omvat steden als Amsterdam, Delft, Gouda, Alphen aan den Rijn, Woerden en Utrecht Leidsche Rijn.

Iconische plantensoorten
Plantensoorten als Spaanse ruiter, Blauwe knoop en Klokjesgentiaan komen heel lokaal nog voor in beschermde en onbemeste natuurgebieden. Andere, meer algemene, maar voor de streek kenmerkende bloeiers zijn onder andere Zwanenbloem, Gevleugeld hertshooi, Moerasspirea, Knoopkruid, Rode klaver, Echte koekoeksbloem, Gewone brunel, Pinksterbloem, Moerasrolklaver, Veldlathyrus, Kale jonker en Rietorchis.

Insecten uit de streek
Bijzondere bijensoorten die je in een bloemrijke tuin in het laagveengebied kunt aantreffen zijn onder andere de Roodsprietwespbij en Bonte viltbij – en als je wat Scherpe of Kruipende boterbloem hebt staan ook de Ranonkelbij (die nestelt in holten en stengels met kleine diameter). Vlinders voor deze streek zijn de Vuursteenvlinder, Grote beer en Argusvlinder. De laatste kun je ’s zomers met geluk aantreffen in een kruidenrijke tuin en is voor de rupsen afhankelijk van overblijvende grassen als Glanshaver, Zwenkgras of Beemdgras.

Wat betekent dit voor jouw tuin?
In vochtige tuinen zullen streekeigen weidebloemen, zoals Moerasspirea, Moerasrolklaver, Echte koekoeksbloem en Rietorchis het zeer goed doen. In wat drogere tuinen zullen streekeigen weidebloemen, zoals bijvoorbeeld Knoopkruid, Kraailook en Gewone brunel, beter aanslaan dan de vele moerasbloemen die de streek rijk is. Om toch ook van die oeverbloemen te kunnen genieten, zou je een los moeras kunnen aanleggen. Ook een visvrije vijver met zo min mogelijk voedingsstoffen (dus bijvoorbeeld zonder vijveraarde) kan veel extra leven aantrekken naar je tuin, waaronder libellen en amfibieën.

Zo zaai je Streektuinzaden: 
 + Zaai 1 gram per vierkante meter
 + Zaai bij voorkeur in het najaar of in het vroege voorjaar
 + Maak de grond gras- en onkruidvrij
 + Meng de zaden met een ruime hoeveelheid zand en zaai in met de hand
 + Hark licht in

Zo verzorg je je Streektuin: 
 + Maai of knip de planten in het najaar kort 
 + Laat 15 tot 30 procent staan voor insecten en vogels
 + Maai vergraste delen ook in mei/juni

Ga je niet direct zaaien? Bewaar de zaden dan op een droge, koele, donkere plek.

Meer lezen over het Hollands en Utrechts laagveengebied? Klik hier

Specificaties

Bloeimaanden: mei, juni, juli, augustus, september
Bloeitijd beginmaand: mei
Bloeitijd eindmaand: september
Grondsoort: veen
Inheems/uitheems: Inheems mengsel
Licht: zonnige plek
Vocht: droog, vochtig
Voedselrijkdom: voedselrijke grond

Specifieke instructies zaaien en verzorging

Algemene verzorginstructies

Hollands en Utrechts Laagveengebied

Een grote streek die alle veengronden van West-Nederland beslaat. Grote kernen zijn de Zaanstreek in Noord-Holland, het Groene Hart tussen Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht en het Utrechtse Eemland. De streek omvat steden als Amsterdam, Delft, Gouda, Alphen aan den Rijn, Woerden en Utrecht Leidsche Rijn.

Iconische plantensoorten
Plantensoorten als Spaanse ruiter, Blauwe knoop en Klokjesgentiaan komen heel lokaal nog voor in beschermde en onbemeste natuurgebieden. Andere, meer algemene, maar voor de streek kenmerkende bloeiers zijn onder andere Zwanenbloem, Gevleugeld hertshooi, Moerasspirea, Knoopkruid, Rode klaver, Echte koekoeksbloem, Gewone brunel, Pinksterbloem, Moerasrolklaver, Veldlathyrus, Kale jonker en Rietorchis.

Insecten uit de streek
Bijzondere bijensoorten die je in een bloemrijke tuin in het laagveengebied kunt aantreffen zijn onder andere de Roodsprietwespbij en Bonte viltbij – en als je wat Scherpe of Kruipende boterbloem hebt staan ook de Ranonkelbij (die nestelt in holten en stengels met kleine diameter). Vlinders voor deze streek zijn de Vuursteenvlinder, Grote beer en Argusvlinder. De laatste kun je ’s zomers met geluk aantreffen in een kruidenrijke tuin en is voor de rupsen afhankelijk van overblijvende grassen als Glanshaver, Zwenkgras of Beemdgras.

Wat betekent dit voor jouw tuin?
In vochtige tuinen zullen streekeigen weidebloemen, zoals Moerasspirea, Moerasrolklaver, Echte koekoeksbloem en Rietorchis het zeer goed doen. In wat drogere tuinen zullen streekeigen weidebloemen, zoals bijvoorbeeld Knoopkruid, Kraailook en Gewone brunel, beter aanslaan dan de vele moerasbloemen die de streek rijk is. Om toch ook van die oeverbloemen te kunnen genieten, zou je een los moeras kunnen aanleggen. Ook een visvrije vijver met zo min mogelijk voedingsstoffen (dus bijvoorbeeld zonder vijveraarde) kan veel extra leven aantrekken naar je tuin, waaronder libellen en amfibieën.

Zo zaai je Streektuinzaden: 
 + Zaai 1 gram per vierkante meter
 + Zaai bij voorkeur in het najaar of in het vroege voorjaar
 + Maak de grond gras- en onkruidvrij
 + Meng de zaden met een ruime hoeveelheid zand en zaai in met de hand
 + Hark licht in

Zo verzorg je je Streektuin: 
 + Maai of knip de planten in het najaar kort 
 + Laat 15 tot 30 procent staan voor insecten en vogels
 + Maai vergraste delen ook in mei/juni

Ga je niet direct zaaien? Bewaar de zaden dan op een droge, koele, donkere plek.

Meer lezen over het Hollands en Utrechts laagveengebied? Klik hier

Specificaties

Bloeimaanden: mei, juni, juli, augustus, september
Bloeitijd beginmaand: mei
Bloeitijd eindmaand: september
Grondsoort: veen
Inheems/uitheems: Inheems mengsel
Licht: zonnige plek
Vocht: droog, vochtig
Voedselrijkdom: voedselrijke grond

Specifieke instructies zaaien en verzorging

Algemene verzorginstructies