Slangenkruid - Echium vulgare
Slangenkruid is een lange, slanke bloeier met pluimvormige
bloemen van onder tot boven. Na het openen verkleuren de bloemen van paars naar
helder blauw.
Natuurlijke groeiplaats
Slangenkruid voelt zich van nature thuis op een zonnige
standplaats op droge, kalkhoudende grond, zoals de Hollandse en Zeeuwse duinen,
rivierduinen en droge graslanden in het Heuvelland. Ze komt daar nog algemeen
voor.
Toepassing
In de tuin is de plant prachtig! De plant kan dan wat hoger
worden, waardoor haar blauwe bloemen goed opvallen. In de openbare ruimte kun je
Slangenkruid toepassen op allerlei ruderale plekken, in kalkrijke ruigten, op
spoor-, haven- en industrieterreinen, op taluds en parkeerplaatsen.
Ontwikkeling
Slangenkruid is een tweejarige plant. In het eerste jaar
vormt ze een rozet bestaande uit stekelig behaarde bladeren. In het
tweede jaar groeit vanuit die rozet een bloemstengel die uitbundig bloeit in
de periode van mei tot september. Kiemt de plant pas laat in het jaar, dan kan
het zijn dat ze in het jaar erna nog niet groot genoeg is om te bloeien. Dan
blijft ze nog een jaar langer! Als er maar veel open losse grond is,
zaait deze soort zich stevig uit.
Ecologische waarde
Slangenkruid is zeer in trek bij insecten, waaronder vele
soorten solitaire bijen, zoals Kleine Sachembij, Wolbij, Kattenkruidbij, Pluimvoetbij,
Slangenkruidbij en Gewone behangersbij. Maar ook veel door de Kommavlinder. De
nootjes van Slangenkruid worden graag door vogels gegeten.
Combineren
Slangenkruid combineert mooi met planten die dezelfde
voorkeur voor de standplaats hebben, zoals Vlasbekje, Grote centaurie, Zwarte
toorts en Wondklaver.
Overig
De naam Echium is afgeleid van het Griekse woord ‘echis’,
slang en ook otter. Dodonaeus schrijft in zijn Cruydt Boeck (1644) dat de plant
slangenhooft heet vanwege de vorm van het zaad. Andere benamingen die men
tegenkomt zijn: Adderkop, IJzerkruid (wellicht naar de Duitse naam Eisenhart)
en Wilde Osse-tonge naar de vorm en het ruwe blad.
Specificaties
| Bestuiving/nectar: | Hommels, Vlinders, bijen, gaasvliegen, vogels |
|---|---|
| Bloeimaanden: | mei, juni, juli, augustus, september |
| Bloeitijd beginmaand: | mei |
| Bloeitijd eindmaand: | september |
| Eigenschappen: | Heemplanten, Meer bijen en vlinders |
| Grondsoort: | kalkhoudende grond, zand, zandige klei |
| Grondvoorkeur: | Algemene gemiddelde grond, Kalkrijke grond, Lichte grond, Zware grond |
| Hoogte tot: | 100 |
| Inheems/uitheems: | Archeofyt, Inheems in Nederland |
| Levensduur: | Tweejarige plant |
| Licht: | zonnige plek |
| Natuurlijke groeiplaatsen: | Verstoorde grond |
| Vocht: | droog |
| Voedselrijkdom: | voedselrijke grond |
Specifieke instructies zaaien en verzorging
De zaden van deze warmtekiemer kiemen meestal snel. Een enkele keer laat de kieming wat langer op zich wachten en kan wat onregelmatig plaatsvinden. Het zaaisel gelijkmatig vochtig houden (niet te nat!) bij een temperatuur van 20°C. De zaden licht afdekken (nooit dikker dan de zaaddikte) en de fijnste zaden niet afdekken en alleen licht aandrukken en voorzichtig nat maken met bijvoorbeeld een plantenspuit of gieter.
Algemene verzorginstructies
Slangenkruid is een lange, slanke bloeier met pluimvormige
bloemen van onder tot boven. Na het openen verkleuren de bloemen van paars naar
helder blauw.
Natuurlijke groeiplaats
Slangenkruid voelt zich van nature thuis op een zonnige
standplaats op droge, kalkhoudende grond, zoals de Hollandse en Zeeuwse duinen,
rivierduinen en droge graslanden in het Heuvelland. Ze komt daar nog algemeen
voor.
Toepassing
In de tuin is de plant prachtig! De plant kan dan wat hoger
worden, waardoor haar blauwe bloemen goed opvallen. In de openbare ruimte kun je
Slangenkruid toepassen op allerlei ruderale plekken, in kalkrijke ruigten, op
spoor-, haven- en industrieterreinen, op taluds en parkeerplaatsen.
Ontwikkeling
Slangenkruid is een tweejarige plant. In het eerste jaar
vormt ze een rozet bestaande uit stekelig behaarde bladeren. In het
tweede jaar groeit vanuit die rozet een bloemstengel die uitbundig bloeit in
de periode van mei tot september. Kiemt de plant pas laat in het jaar, dan kan
het zijn dat ze in het jaar erna nog niet groot genoeg is om te bloeien. Dan
blijft ze nog een jaar langer! Als er maar veel open losse grond is,
zaait deze soort zich stevig uit.
Ecologische waarde
Slangenkruid is zeer in trek bij insecten, waaronder vele
soorten solitaire bijen, zoals Kleine Sachembij, Wolbij, Kattenkruidbij, Pluimvoetbij,
Slangenkruidbij en Gewone behangersbij. Maar ook veel door de Kommavlinder. De
nootjes van Slangenkruid worden graag door vogels gegeten.
Combineren
Slangenkruid combineert mooi met planten die dezelfde
voorkeur voor de standplaats hebben, zoals Vlasbekje, Grote centaurie, Zwarte
toorts en Wondklaver.
Overig
De naam Echium is afgeleid van het Griekse woord ‘echis’,
slang en ook otter. Dodonaeus schrijft in zijn Cruydt Boeck (1644) dat de plant
slangenhooft heet vanwege de vorm van het zaad. Andere benamingen die men
tegenkomt zijn: Adderkop, IJzerkruid (wellicht naar de Duitse naam Eisenhart)
en Wilde Osse-tonge naar de vorm en het ruwe blad.
Specificaties
| Bestuiving/nectar: | Hommels, Vlinders, bijen, gaasvliegen, vogels |
|---|---|
| Bloeimaanden: | mei, juni, juli, augustus, september |
| Bloeitijd beginmaand: | mei |
| Bloeitijd eindmaand: | september |
| Eigenschappen: | Heemplanten, Meer bijen en vlinders |
| Grondsoort: | kalkhoudende grond, zand, zandige klei |
| Grondvoorkeur: | Algemene gemiddelde grond, Kalkrijke grond, Lichte grond, Zware grond |
| Hoogte tot: | 100 |
| Inheems/uitheems: | Archeofyt, Inheems in Nederland |
| Levensduur: | Tweejarige plant |
| Licht: | zonnige plek |
| Natuurlijke groeiplaatsen: | Verstoorde grond |
| Vocht: | droog |
| Voedselrijkdom: | voedselrijke grond |
Specifieke instructies zaaien en verzorging
De zaden van deze warmtekiemer kiemen meestal snel. Een enkele keer laat de kieming wat langer op zich wachten en kan wat onregelmatig plaatsvinden. Het zaaisel gelijkmatig vochtig houden (niet te nat!) bij een temperatuur van 20°C. De zaden licht afdekken (nooit dikker dan de zaaddikte) en de fijnste zaden niet afdekken en alleen licht aandrukken en voorzichtig nat maken met bijvoorbeeld een plantenspuit of gieter.