Brabantse zand- en leemstreek - Streektuinmengsel
Brabantse zand- en leemstreek - Streektuinmengsel
Brabantse zand- en leemstreek
De Brabantse zand- en leemstreek omvat het grootste deel van de provincie Noord-Brabant, met uitzondering van de zeekleigronden in het uiterste westen (die horen bij de streek Zuidwestelijke zeekleipolders), de zone rond de Maas (de Brabantse Maasstreek) en de grove rivierzanden en hoogveenrestanten in het oosten (streek de Peel).
Iconische plantensoorten
In de overgangszone naar de zandgronden ten zuiden bestaan nog een aantal hectare aan soortenrijk blauwgrasland, met soorten als Grote ratelaar, Geel walstro, Blauwe knoop én de Grote pimpernel. Een van de meest iconische is de Welriekende agrimonie, een kruid met aardbei-achtig blad en hoge pluimen met gele bloemen.
Insecten uit de streek
Icoonvlinders van de Brabantse zand- en leemstreek zijn onder andere het sterk bedreigde Blauwtje, de Dunvlekspanner, de Esdoorntandvlinder en het Oranje zandoogje. De meest bijzondere bij is misschien wel de Kleine sachembij – een soort die houdt van zonnige, zandige plekken met veel bloemen. Ook de Sporkehoutbij is een zeldzame soort, met een aantal populaties verspreid over Noord-Brabant. Andere bijzondere en kenmerkende bijensoorten voor de streek zijn de Donkere zomerzandbij, Rode maskerbij, de Gele tubebij, Zadelgroefbij, Bruine slobkousbij, Zilveren zandbij en Breedrandgroefbij.
Wat betekent dit voor jouw tuin?
Bij de aanleg van een Brabantse streektuin, is het belangrijk om eerst goed te kijken naar de samenstelling van de ondergrond. Is het een droge zandbodem, of een wat meer oker of oranje gekleurde leembodem, die wat makkelijker vocht vasthoudt? In het eerste geval kun je je laten inspireren door droge (heide)natuur. Bij leemrijkere ondergrond kun je aansluiting zoeken op de beekdalnatuur, met wat meer kalkminnende soorten zoals Welriekende agrimonie.
Zo zaai je Streektuinzaden:
+ Zaai 1 gram per vierkante meter
+ Zaai bij voorkeur in het najaar of in het vroege voorjaar
+ Maak de grond gras- en onkruidvrij
+ Meng de zaden met een ruime hoeveelheid zand en zaai in met de hand
+ Hark licht in
Zo verzorg je je Streektuin:
Zo verzorg je je Streektuin:
+ Maai of knip de planten in het najaar kort
+ Laat 15 tot 30 procent staan voor insecten en vogels
+ Maai vergraste delen ook in mei/juni
Ga je niet direct zaaien? Bewaar de zaden dan op een droge, koele, donkere plek.
Meer lezen over de Brabantse zand- en leemstreek? Klik hier
Ga je niet direct zaaien? Bewaar de zaden dan op een droge, koele, donkere plek.
Meer lezen over de Brabantse zand- en leemstreek? Klik hier
Specificaties
Bloeimaanden: | mei, juni, juli, augustus, september |
---|---|
Bloeitijd beginmaand: | mei |
Bloeitijd eindmaand: | september |
Grondsoort: | leemhoudend zand, zand |
Inheems/uitheems: | Inheems mengsel |
Licht: | zonnige plek |
Vocht: | droog, vochtig |
Voedselrijkdom: | arme grond, niet te arme grond, voedselrijke grond |
Specifieke instructies zaaien en verzorging
Algemene verzorginstructies
Brabantse zand- en leemstreek
De Brabantse zand- en leemstreek omvat het grootste deel van de provincie Noord-Brabant, met uitzondering van de zeekleigronden in het uiterste westen (die horen bij de streek Zuidwestelijke zeekleipolders), de zone rond de Maas (de Brabantse Maasstreek) en de grove rivierzanden en hoogveenrestanten in het oosten (streek de Peel).
Iconische plantensoorten
In de overgangszone naar de zandgronden ten zuiden bestaan nog een aantal hectare aan soortenrijk blauwgrasland, met soorten als Grote ratelaar, Geel walstro, Blauwe knoop én de Grote pimpernel. Een van de meest iconische is de Welriekende agrimonie, een kruid met aardbei-achtig blad en hoge pluimen met gele bloemen.
Insecten uit de streek
Icoonvlinders van de Brabantse zand- en leemstreek zijn onder andere het sterk bedreigde Blauwtje, de Dunvlekspanner, de Esdoorntandvlinder en het Oranje zandoogje. De meest bijzondere bij is misschien wel de Kleine sachembij – een soort die houdt van zonnige, zandige plekken met veel bloemen. Ook de Sporkehoutbij is een zeldzame soort, met een aantal populaties verspreid over Noord-Brabant. Andere bijzondere en kenmerkende bijensoorten voor de streek zijn de Donkere zomerzandbij, Rode maskerbij, de Gele tubebij, Zadelgroefbij, Bruine slobkousbij, Zilveren zandbij en Breedrandgroefbij.
Wat betekent dit voor jouw tuin?
Bij de aanleg van een Brabantse streektuin, is het belangrijk om eerst goed te kijken naar de samenstelling van de ondergrond. Is het een droge zandbodem, of een wat meer oker of oranje gekleurde leembodem, die wat makkelijker vocht vasthoudt? In het eerste geval kun je je laten inspireren door droge (heide)natuur. Bij leemrijkere ondergrond kun je aansluiting zoeken op de beekdalnatuur, met wat meer kalkminnende soorten zoals Welriekende agrimonie.
Zo zaai je Streektuinzaden:
+ Zaai 1 gram per vierkante meter
+ Zaai bij voorkeur in het najaar of in het vroege voorjaar
+ Maak de grond gras- en onkruidvrij
+ Meng de zaden met een ruime hoeveelheid zand en zaai in met de hand
+ Hark licht in
Zo verzorg je je Streektuin:
Zo verzorg je je Streektuin:
+ Maai of knip de planten in het najaar kort
+ Laat 15 tot 30 procent staan voor insecten en vogels
+ Maai vergraste delen ook in mei/juni
Ga je niet direct zaaien? Bewaar de zaden dan op een droge, koele, donkere plek.
Meer lezen over de Brabantse zand- en leemstreek? Klik hier
Ga je niet direct zaaien? Bewaar de zaden dan op een droge, koele, donkere plek.
Meer lezen over de Brabantse zand- en leemstreek? Klik hier
Specificaties
Bloeimaanden: | mei, juni, juli, augustus, september |
---|---|
Bloeitijd beginmaand: | mei |
Bloeitijd eindmaand: | september |
Grondsoort: | leemhoudend zand, zand |
Inheems/uitheems: | Inheems mengsel |
Licht: | zonnige plek |
Vocht: | droog, vochtig |
Voedselrijkdom: | arme grond, niet te arme grond, voedselrijke grond |