Ga naar de hoofdinhoud Ga naar de zoekopdracht Ga naar de hoofdnavigatie
Deze plant is een parasiet zonder chlorofyl. De soort parasiteert op Brem (Cytisus scoparius). In Nederland staat de soort op de rode lijst als zeer zeldzaam en zeer sterk in aantal afgenomen. 

Specificaties

Bestuiving/nectar: Hommels, Vlinders, bijen
Bloeimaanden: mei, juni, juli
Bloeitijd beginmaand: mei
Bloeitijd eindmaand: juli
Eigenschappen: Bijzondere soorten
Grondsoort: kalkarme grond, zand
Grondvoorkeur: Lichte grond
Hoogte tot: 90
Hoogte van: 20
Inheems/uitheems: Inheems in Nederland
Levensduur: Vaste plant
Licht: zonnige plek
Natuurlijke groeiplaatsen: Bosrand, Helling
Vocht: droog
Voedselrijkdom: arme grond, zeer arme grond

Specifieke instructies zaaien en verzorging

De zaden van deze koudekiemer moeten eerst vocht op kunnen nemen in een warme periode (2 tot 5 weken). Daarna doorbreekt een periode van kou (tussen +5 tot -5°C) de kiemrust. Hoe lang zo’n periode moet zijn, is per soort verschillend. Temperaturen lager dan -5°C verlengen de periode, omdat het proces dan stil staat. De natuurlijke winteromstandigheden zijn meestal het meest effectief voor het doorbreken van de kiemrustperiode. De kieming kan soms wat langer op zich laten wachten.

Algemene verzorginstructies

Deze plant is een parasiet zonder chlorofyl. De soort parasiteert op Brem (Cytisus scoparius). In Nederland staat de soort op de rode lijst als zeer zeldzaam en zeer sterk in aantal afgenomen. 

Specificaties

Bestuiving/nectar: Hommels, Vlinders, bijen
Bloeimaanden: mei, juni, juli
Bloeitijd beginmaand: mei
Bloeitijd eindmaand: juli
Eigenschappen: Bijzondere soorten
Grondsoort: kalkarme grond, zand
Grondvoorkeur: Lichte grond
Hoogte tot: 90
Hoogte van: 20
Inheems/uitheems: Inheems in Nederland
Levensduur: Vaste plant
Licht: zonnige plek
Natuurlijke groeiplaatsen: Bosrand, Helling
Vocht: droog
Voedselrijkdom: arme grond, zeer arme grond

Specifieke instructies zaaien en verzorging

De zaden van deze koudekiemer moeten eerst vocht op kunnen nemen in een warme periode (2 tot 5 weken). Daarna doorbreekt een periode van kou (tussen +5 tot -5°C) de kiemrust. Hoe lang zo’n periode moet zijn, is per soort verschillend. Temperaturen lager dan -5°C verlengen de periode, omdat het proces dan stil staat. De natuurlijke winteromstandigheden zijn meestal het meest effectief voor het doorbreken van de kiemrustperiode. De kieming kan soms wat langer op zich laten wachten.

Algemene verzorginstructies