Wilde plant in het zonnetje - Kruisbladwalstro

‘Ook nu het kouder wordt, zaaien we nog volop op de kwekerij. Van nature laten de meeste planten hun zaden in het najaar vallen, bij Cruydt-Hoeck zien we dit daarom als de ideale zaaitijd. Zaden nestelen zich in deze tijd in de bodem en wachten tot het volgende voorjaar, wanneer het warm en licht genoeg is om de kiemrust (inderdaad, ook zaden houden een soort winterslaap) te doorbreken. Voor veel soorten kunnen we dit proces versnellen door ze in een warme, lichte periode te zaaien, zodat de kiemrust direct doorbroken wordt. Er zijn echter ook een aantal soorten die de kou van de winter juist nodig hebben om het proces van ontkieming in gang te brengen. De zogenaamde ‘koudekiemers’. Kruisbladwalstro (Cruciata laevipus) is daar één van.

Kruisbladwalstro bloeit tegen het einde van de lente met kleine geelgekleurde bloemen. Het meest bijzonder vind ik eigenlijk de geur, heerlijk zoet, net honing. En die geur verspreidt de plant natuurlijk niet voor niets, het trekt veel bijen en zweefvliegen aan die tijdens hun bezoek de plant bevruchten. Kruisbladwalstro is een redelijk zeldzame plantensoort die in Nederland nog voorkomt op voedselrijke plekken in Zuid-Limburg en langs het rivierengebied. Van oudsher is het een verfplant waar rode kleurstof uit de wortels gewonnen kan worden.

Hoe kweek je deze plant op?
Om te ontkiemen heeft deze soort een langdurige koude periode van ongeveer 5 °C nodig. Deze periode kan oplopen tot wel 6 maanden. Vooruit plannen is dus essentieel voor het succesvol opkweken van deze soort. Omdat we de planten volgend voorjaar klaar willen hebben, beginnen we deze week al met zaaien. De zaden zaaien we in trays gevuld met biologische potgrond, daar strooien we vervolgens een dun laagje vermiculiet overheen. Deze trays zetten we voorlopig aan de kant, want ik verwacht dat de eerste kiemplanten zich pas in maart zullen laten zien. Geduldig wachten dus!’