Cruydt-Hoeck uit Nijeberkoop levert zadenmengsels afgestemd op jouw tuin.
Foto's Rens Hooyenga
Cruydt-Hoeck uit Nijeberkoop levert zadenmengsels afgestemd op jouw tuin. 'Ik voel dat ik iets goeds doe voor de wereld'
Wouter Hoving, in de Leeuwarder Courant, 7 oktober 2024
Ondernemen met het oog op biodiversiteit: het is de missie en kern van het bedrijf Cruydt-Hoeck in Nijeberkoop. Het bedrijf, dat als sinds 1978 bestaat, maakt zadenmengels van inheemse kruiden voor verschillende grondtypes en is daarmee toonaangevend in Nederland en Vlaanderen. Een jaar geleden introduceerde Cruydt-Hoeck de ‘gemeentemengsels’. Voor 342 Nederlandse gemeenten kwam er een gebiedseigen zadenmengsel passend bij de lokale bodem, fauna en oorspronkelijke plantensoorten uit het gebied.
Dat bleek zo’n daverend succes, dat Cruydt-Hoeck dit jaar 25 verschillende tuinmengsels maakt in samenwerking met Streektuinen.nl. Die organisatie heeft als doel om wilde, inheemse bloemen weer terug te krijgen in de 5,5 miljoen tuinen die Nederland rijk is.
En ja, dat is van belang. Inheemse planten passen bij de insecten die in Nederland leven. Het mag allemaal wel wat bij- en vlindervriendelijker in onze tuinen, want het gaat dramatisch slecht met de vliegende insecten. Blij worden die dieren niet van onze viooltjes die in een tuincentrum met gif zijn bespoten of opgekweekte sierhortensia’s. Liever zitten ze op de vrolijke gele rolklaver. Sommige vlinders zijn er volledig van afhankelijk. Zoals het icarusblauwtje, het bedreigde bruin dikkopje en zes vlindernachtsoorten.
‘Ingedut bedrijf’
Cruydt-Hoeck-eigenaar Jasper Helmantel vertelt erover in het kantoor van het bedrijf in Nijeberkoop. Achter hem staan boekenkasten vol met informatie over landschappen, bloemen en insecten.
Hij nam Cruydt-Hoeck als „klein ingedut bedrijfje” in 2007 over, samen met zijn vrouw Jojanneke Bijkerk. Ze kenden elkaar van de middelbare tuinbouwschool in Frederiksoord en zagen het avontuur wel zitten. Hij de kweker, zij de ecoloog. „Alles viel hier op zijn plek: niet alleen planten en kruiden kweken, maar ook het verhaal van biodiversiteit vertellen.”
In het begin kochten Helmantel en Bijkerk hun inheemse zaden in en verkochten het als mengsels door. Maar deze zaden kwamen niet allemaal uit Nederland en Vlaanderen, waar de zaden uiteindelijk terechtkomen. Dat kon beter. „Uit onderzoek blijkt dat lokale zaden beter aansluiten bij insectenpopulaties dan zaden uit niet-lokale herkomst”, vertelt Helmantel.
Eigen lokale zadenbank aanleggen
En dus begon de ambitieuze missie van het Friese bedrijf om een eigen lokale zadenbank aan te leggen. Bijkerk reist sindsdien heel Nederland en Vlaanderen door voor zaden. Of de bloemen echt lokaal zijn of ooit ingeplant, bepaalt ze met behulp van boeken, oude luchtfoto’s, kaarten of gesprekken met ecologen en terreinbeheerders. En natuurlijk met gezond verstand: als er een onlogische mengeling van planten bij elkaar staat, is er gerommeld.
Helmantel laat de nieuwste aanwinsten zien. Ze staan nog in plastic bakjes. Margrieten, gele lis, wilde aardbeien. Niet dat de kwekerij die planten nog niet had. Maar déze specifieke margriet uit Friesland, en déze aardbeivariant uit Limburg zijn nieuw in de collectie.
Het regent zachtjes, maar Helmantel zit daar niet mee. Hij is gek op zijn buitenbaan. Dag en nacht is hij druk met zijn missie voor biodiversiteitsherstel. Niet zonder resultaat: het gaat Cruydt-Hoeck met 45 werknemers voor de wind. Ieder jaar groeien de bestellingen met 15 tot 20 procent.
Soms vinden mensen het gek dat er goed verdiend wordt, zegt Helmantel. „We vinden het vaak normaal dat bedrijven die de wereld naar de knoppen helpen veel geld verdienen, terwijl idealistisch gedreven ondernemingen vaak allemaal liefdewerk-oud-papier moeten zijn.”
„Ik ben een idealistische realist. Als je zorgt dat je geld verdient met biodiversiteitsherstel, kun je ook weer extra geld investeren zodat je biodiversiteit nog sneller kan herstellen.”
Een loods vol zaden
Terwijl Helmantel het bedrijf toont, zitten medewerkers in regencapes in de penarie. Hun elektrische karren vol plantjes zitten vast in de kleiige grond. Met een boel geduw en getrek, komen de wagentjes vooruit.
Een van hen is Rozamare Zandstra (30). Ze geniet volop van dit werk. „Je draagt iets bij aan een betere wereld. Ik voel dat ik iets goeds doe.” De regen deert haar niet. „We hebben zoveel mooie dagen gehad, daar kan ik nog op teren. Ik denk vaak: je zou maar binnen werken onder tl-verlichting.”
De plantenbakjes op de karren met avondkoekoeksbloem, kattendoorn en bosrank brengt Zandstra naar de inpakruimte waar ze de orders klaarmaakt voor verzending. In de loods ernaast worden de geoogste zaden gedroogd, gesorteerd en in zakjes gestopt. Elk denkbaar mengsel ligt wel klaar in de sorteerruimte. Voor Drentse schrale gronden tot Groninger Hondsrugmengsel.
In een koelcel van 5 graden toont Helmantel een indrukwekkende zadenbank overal uit Nederland. Gebieden staan op de etiketten. Tjongerdellen, Oude Rijn, Noord-Limburg. „Dit is echt heel bijzonder”, zegt Helmantel. Handmatig aangelegd. Hij straalt van trots.
Inspirerend voor andere bedrijven
Het moge duidelijk zijn: Cruydt-Hoeck heeft biodiversiteit hoog in het vaandel. Logisch ook, want het zijn de zadenmengsels die geld in het laatje brengen. Toch zou een doorsnee ICT-bedrijf hier ook prima kunnen leren hoe je biodivers onderneemt.
Zo neemt het bedrijf verantwoordelijkheid om de biodiversiteit op onze eigen 55 hectare grond te vergroten door in totaal tweeënhalve kilometer aan gemengde hagen te planten. Daar stikt het van de vogels, hazen en muisjes. „Dat zijn de snelwegen voor de dieren in het landschap.”
Duurzaamheid is overal doorgevoerd. En als Helmantel een zaaltje inkomt waar hij die middag een bijeenkomst heeft gehad, liggen er circulaire catalogi op tafel, gemaakt van gerecycled papier met bloemrijk bermgras uit bij-vriendelijke bermen. Ook staan er nog broodjes die over zijn. Ze staan al even, maar weggooien gaat niet gebeuren. „Dat wordt ons avondeten.”