Wilde plant in het zonnetje - Wouw
Anouk Boersma, medewerker Collectiebeheer bij Cruydt-Hoeck, houdt zich achter de schermen bezig met het onderzoeken en verfijnen van de opkweek van onze kleinschalige teelten en zeldzame bronpopulaties. In haar maandelijkse blog vertelt ze over die ene bijzondere wilde plant en hoe u die succesvol op kan kweken.
Wouw
In Nederland komen van nature twee leden van de Resedafamilie voor. Beide zijn tijdens de laatste ijstijd hier terechtgekomen. Wouw (Reseda luteola) is hier één van, een elegant ogende plant die in Nederland Wouw wordt genoemd. Wouw heeft slanke trossen met lichtgele bloemetjes die op zichzelf weinig opvallen, maar als geheel een prachtig, sierlijke bloeivorm heeft. Ze heeft een lange penwortel van ongeveer 20 centimeter, die ervoor zorgt dat de plant goed bestand is tegen droogte. Haar voorkeur gaat dan ook uit naar zonnige, open en vaak kalkhoudende plaatsen op zand en zandige kleigrond.
Verfplant
De naam Reseda komt van het Latijnse ‘resedare’, wat ‘tot rust komen’ betekent. Dit zou te maken hebben met haar medicinale werking, maar waar de plant vooral door uitblinkt is haar eeuwenoude reputatie als verfplant. In de middeleeuwen werd Wouw op grote schaal verbouwd in midden-Europese regio’s waar wandkleden geweven werden: o.a. bij Brussel en Doornik. Dit verklaart mede waarom de plant hoofdzakelijk in het zuiden van ons land te vinden is, het is namelijk een echte cultuurvolger. De zaden en scheuten van de plant bevat luteoline en apigenine, die zorgen voor een gele kleurstof. Het was destijds vaak wettelijk bepaald dat alleen Wouw (geel), Wede (blauw) en Meekrap (Rood) gebruikt mochten worden door de verversambacht om textiel mee te verven. Met deze drie primaire kleurstoffen konden bijna alle kleuren worden gemengd.
Nectarindex
Wouw scoort hoog in de zogenaamde nectarindex en wordt dan ook bevlogen door allerlei insecten, waaronder de Resedamaskerbij (Hylaeus signatus). Het vrouwtje van deze wilde bijensoort vliegt uitsluitend op Wilde reseda en Wouw, en is dus volledig afhankelijk van de twee planten. Daarnaast is het een waardplant voor vele rupsen, bijvoorbeeld voor het Resedawitje (Pontia daplicide), een in Nederland enorm zeldzame vlindersoort. Zaaiadvies Wij zaaien Wouw voor in augustus in perskluiten, zodat ze begin september het land op kunnen. In de volle grond is het aan te raden om deze soort in het najaar te zaaien. De zaden hoeven in principe niet voorbehandeld te worden en ontkiemen bij warme temperaturen tot ongeveer 20 ?C meestal zonder problemen binnen 2-3 weken. Wanneer kieming toch uitblijft kan het helpen om ze een koudeprikkel te geven.